1. Het duiveltje van onzekerheid
2005
Schrijven. Daar hield ik als kind al van. In een van mijn eerste dagboeken schreef ik al dat ik ooit een boek zou gaan schrijven. Toen er jaren later een stukje van mij werd geplaatst in de rubriek; Dit houdt mij bezig, van het weekblad Margriet, kreeg ik het compliment: 'Je hebt talent'.
Het stuk ging over de veroordeling van de buitenwereld als je verliefd wordt op een ander. De redactrice drong aan; 'Schrijf je hele verhaal eens op, je leest als een trein!'
Het zaadje was geplant. Maar om een boek te schrijven? Daar kwam veel meer bij kijken dan ik in huis had.
Dus ging ik op schrijfcursus. Bij de schrijfster Margreet Schouwenaar. Met een aantal vrouwen leerden we hoe we op een mooie manier een gedeelte van ons levensverhaal konden vastleggen.
Het verhaal over mijn verboden liefde vorderde gestaag. Iedere dinsdagmiddag voerden mijn medecursisten en ik ijverig de verbeter tips van onze juf uit.
En toen kwam die keer dat Margreet ons adviseerde ons in te schrijven voor een columnwedstrijd. Dit hield in dat we zes weken lang een schrijven instuurden waar op kon worden gereageerd door de buitenwereld. De 6 columnisten met de meest lovende reacties zouden als prijs wekelijks een column mogen schrijven voor de internetkrant 'webregio'.
De euforie om mee te doen met de competitie duurde niet zo heel erg lang. Al snel sloeg de twijfel genadeloos toe. Vreemdsoortige duiveltjes bezochten mij s `nachts in mijn dromen.
“Ha! Die denkt dat ze kan schrijven! Hahaha..hihihi..! hoonden zij spottend.
Eén klein duveltje boog zich zo ver voorover dat mijn keel werd dichtgesnoerd. Met een gluiperige stem sneerde hij;
“Dus jij denkt echt dat er mensen bestaan die geïnteresseerd zijn in jouw leven?”
“Manon…..Manon!” Een zachte hand wreef mijn rug. “Kom eens onder de dekens vandaan. Je stikt er nog in. Gaat het?”
Ruuds stem klonk bezorgd. Ik vertelde hem over de duiveltjes en hij schudde lachend zijn hoofd. Ik kreeg een aai over mij bol, hij draaide zich om en ging weer slapen.
Verbaasd en klaarwakker bekeek ik zijn rug. Op momenten als deze zou ik zo graag man willen zijn!
De volgende dag vertelde ik mijn kroost dat ik wilde gaan schrijven. Leuke korte anekdotes. Over ons gezinsleven.
“Ja dág! Als je dát doet vertel ik je niets meer!” klonk mijn oudste dochter verongelijkt.
Mijn zoon haalde zijn schouders op: “Je doet maar hoor mam.”
“Maar wat ga je dan allemaal schrijven mam?“ vroeg mijn jongste dochter opgewonden.
Ik beloofde ze met mijn hand op mijn hart ze alles te laten lezen. En ik zou pas na hun goedkeuring iets plaatsen. Ze mochten er even over nadenken en uiteindelijk kreeg ik toestemming van mijn gezin ze aan jullie voor te stellen.
Kristel van twintig volgde de PABO in Alkmaar.
Ruben van achttien studeerde toerisme in Leeuwarden.
En Rosalie van vijftien zat in het vierde jaar van de Havo.
De zonen van mijn man Ruud, woonden nog bij hun moeder; Michel van tweeëntwintig en Remy van twintig.
In het dagelijks leven runde ik ons gezin, werkte ik een paar dagen als massagetherapeute in mijn praktijkruimte, en schreef ik over allerlei zaken die het leven ons bracht.
Zo nu en dan was er dat kleine duiveltje dat me in de nacht kwam plagen. Maar dát monstertje zou ik gaan overwinnen.
En met het schrijven van de eerste column was die eerste stap gezet.
Met liefs van Gerda Manon.