Dag 3 Challenge Delen is helen

11 oktober 2023

DELEN IS HELEN

Challenge dag 3,

We stappen op de fiets. Bloemen achterop gebonden, de afstand is niet zo ver. Waar ik voorheen graag naar ze toeging, voel ik sinds een jaar een blokkade. Het leven overkomt ons allemaal en iets sloeg een gat in het hunne. En waar ons dat erge bespaard is gebleven, bracht het leven ons toch ook een paar flinke slagen toe.

Voorheen vonden we elkaar daarin, over en weer in een natuurlijke harmonie, maar nu is er die belemmering. De eenzijdigheid. Zoals ik het zie en beleef horen we niet meer tot hun innerwereld. Zij terug getrokken in hun kleine wereld van rouw. Waardoor ook ik een stapje terug doe. Voorzichtig ben. Niet teveel zeggend. Zoekend en aarzelend. Niet mijzelf zijnde, niet mijzelf meer kunnen zijn.

Doodvermoeiend vind ik het.

Ons laatste samenzijn, een paar weken geleden, was goed. Het voelde weer een beetje als vanouds. Niet dat het als vanouds moet worden, daar is teveel voor gebeurd en veranderd in hun leven. Tegelijkertijd vraag ik mijzelf dan af of dat wel waar is? Over dat het niet meer als vanouds kan zijn? Delen, praten, huilen, lachen. Al is dat laatste nog voorzichtig. Dat snap ik als er zoiets groots in je leven is gebeurd als bij hen.

Wat is het dan toch wat mij zo laat voelen? En wat voel ik dan precies? Ik voel delen van wrok, boosheid, verdriet, gemis. Het laat zich allemaal zien. Een gevolg van wat? Gebrek aan vertrouwen in ons als vrienden, in mij, in Ruud? Gebrek aan interesse in ons wel en wee? Het had ook zo anders gekund weet ik uit ervaring.

Ruud kijkt over de schutting naar hun achterdeur. Ze zijn thuis. Zittend aan tafel met hun dochter. Felicitaties en knuffels volgen. Ze zijn er net dus we hebben geluk.

Ik vraag hoe het gaat. Aan alle drie persoonlijk. Naar omstandigheden gaat het redelijk. Ik vraag naar hun werk. Nog niet volop maar langzaam vermeerderen de werkuren.

Ruud vraagt hoe het op zijn werk gaat. Niet zo goed. Vervelende sfeer wat juist nu fnuikend is. Kunnen ze er niet nog eens bij hebben nu.

De dochter gaat goed. Ze is dwars door het verdriet gegaan, heeft op het werk alle medewerking gehad, en ja dat heeft haar meer dan goed gedaan.

Het ligt op mijn tong om te zeggen dat ik dat ook had destijds. Dwars door die rouwpijn ben gegaan. Na de dood van mijn broer en zus. Een jaar lang stopte ik met mijn praktijk om me volledig te richten op mijzelf. Ik ben gaan schrijven, intens gaan genieten van mijn gezin en de tijd die ik daarvoor vrij nam. Schrijven, rouwen, en me volop bewust zijn van het kwetsbare en mooie van het leven. Bewust en blij om het feit nog 2 broers en 1 zus te hebben met aanhang. Met wie we met mama een week naar Oostenrijk gingen om ons verdriet te delen. Dat deed ons allemaal zo goed.

Delen is helen.

Maar mijn lippen blijven op elkaar, ik zeg niets. Uit ervaring wetende dat daar nu geen ruimte voor is. Het gaat niet om mij. Van mij wordt vooral verwacht dat ik luister.

En terwijl ik dit opschrijf, op een terras in Schagen, voel ik dat daar de angel zit en de blokkade. Nog steeds na al die jaren is er geen ruimte voor het delen van hoe het voor mij was. Geen ruimte voor gedeelde smart. Toen mijn broer en zus binnen een jaar stierven, slechts een paar jaar na het sterven van mijn vader en twee neefjes, stuitte ik veelal tegen muren op als ik er eens over sprak. Het was zoveel en zo groot dat omstanders terugdeinsden, niet wetende hoe te reageren.

Gelukkig gold dit niet binnen mijn gezin en familie en een aantal van onze vriendenkring. Daar mocht het er zijn. Maar in de buitenwereld, en bij sommige vrienden en bij schoonfamilie oefff. Wat had ik het moeilijk.

Terwijl ik echt niet zoveel nodig had. Een vraag naar hoe het ging, een arm om me heen, een warme blik. Verder niets, mits het er maar mocht zijn. Ik ben zelfs eens jaloers geweest op de tranen die vloeiden om het rouwproces bij een ander. Die mochten en konden rouwen om 1 dierbare waar een televisie programma over was. Uitgebreid. Omarmd. Kom maar het mag er zijn. Troostende armen te over.

Terwijl ik schrijf en zo nu en dan van mijn koffie nip voel ik de machteloosheid van toen. Het verdriet. Maar zonder de scherpe randen, het is al zolang geleden. En ze zijn er gewoon altijd. Niet in deze zichtbare wereld maar in de wereld die ik zo duidelijk voel. Waarin ze me op dit moment van schrijven laten voelen; ‘Goed dat je dit zo uitschrijft lieverd en dat het je duidelijk is geworden waar de schoen wringt. Weer een stukje wat je los mag laten…..’

Ik sluit mijn i-pad en reken af met de serveerster. De zon schijnt heerlijk warm in mijn gezicht als ik met lichte tred naar de auto loop…

Met liefs van Manon