En toen werd het even stil

En toen werd het een poosje stil….

We vertrokken met veel zin voor een week of drie naar Oostenrijk. Samen met goede vrienden waar we heel goed mee op vakantie kunnen.

Dat dit lang niet met al je vrienden kan zal ieder die dit leest kunnen beamen. Eigenaardigheden, patronen, overtuigingen, iedereen heeft ze wel. Wat ons allemaal uniek maakt en we van echte vrienden accepteren.

Sommige vrienden blijven voor altijd, anderen stappen uit jouw leven of jij stapt uit die van hun. Omdat je van richting verandert, je interesse zich verplaatst, het niet meer klikt omdat jij of zij zo anders zijn geworden. Door een scheiding, door groei, door omstandigheden, door dood, door niet begrepen worden, door andere interesses. Pijnlijk, verdrietig of helemaal oké.

Ik heb het allemaal meegemaakt.

Het hoort bij het leven. Een goede vriendin van mij vergelijkt een nieuwe vriendschap wel eens met verliefdheid. In het begin is het zo leuk en fantastisch, vind je zoveel herkenning, raak je niet uitgekletst of uitgelachen met elkaar. Tot daar die eerste scheurtjes ontstaan. En blijkt dat jullie toch heel andere waarden en normen hanteren dan het andere stel. Soms verwatert het en blijf je met een glimlach kijken naar die leuke tijd, soms vermengt het zich met verdriet wat door de tijd heen milder wordt.

Onze vakantie vrienden kennen we al jaren. De eerste kennismaking kwam door Jos, fervent motorrijder net als Ruud. Jos had zijn zaak vlak bij die van Ruud, en Jos bewonderde de motor van Ruud die op de stoep stond geparkeerd. Ze raakten aan de praat en zijn nog steeds niet uitgekletst.

Gossiemijne wat kunnen die twee mannen kletsen. Els en ik kijken elkaar wel eens aan met zo’n blik; mannen kan het ook wat korter? Maar nee hoor, via Keulen en Aachen komen ze uiteindelijk uit waar Els en ik in twee zinnen al zijn. Altijd weer hilarisch om te zien.

We begonnen met motortripjes. Els en ik reden ook beiden motor dus hoe leuk waren onze ritten. Op de motor klimmen, helmen op, in de zijspiegel onze lippenstift bijwerken en hoppa daar reden we weer. We trokken bekijks genoeg (altijd leuk als het vrouwelijk ego gestreeld wordt). De dagtripjes werden weekenden en uiteindelijk werden het vakanties. Na een val van Els (stapvoets terwijl ze keerde en haar evenwicht verloor) brak ze haar enkel. Jos schrok zo van de motor bovenop Els dat het voor hen de laatste keer was. De motoren werden omgeruild voor een cabrio.

Ruud en ik kochten naast de motoren (wij bleven motorrijden) ook een cabrio en zo zetten we onze vakanties met elkaar voort. Wat hebben we al veel van onze omringende landen gezien gezien en plezier met elkaar gehad.

Maar goed, nu gingen we dus naar Oostenrijk naar ons Chalet Brammetje. Bij de grens konden we zo doorrijden dus de lichtelijke spanning die we tegenwoordig weer voelen bij de grensovergangen ( C-controles) konden we loslaten.

De eerste week was geweldig. Na twee dagen sneeuw gingen we aan de wandel, genoten we van de windstille zonnige winterdagen waarbij we iedere middag wel een uurtje buiten zaten, en van het heerlijke huis en de omgeving.

Tot Els languit ging op een glad stukje weg. En haar enkel brak. Daar zat ze met haar pootje omhoog. Wat had ik met haar te doen. En toen werd Jos niet lekker. Hoofdpijn en vol en heel moe. Twee dagen later gevolgd door Ruud en mij. Algeheel gevoel van malaise en energieloos.

Nou ja, beetje op de bank hangen en uitzieken maar.

Bij Ruud echter speelde na een paar dagen zijn maag op. Hij begon met overgeven en hield er geen slok water meer in, wat een paar dagen aanhield. Uiteindelijk zag ik dat medisch ingrijpen noodzakelijk was. Ik belde de huisarts en lang verhaal kort; 2 dagen daarna werd hij met de ambulance wegens uitdroging en gevaarlijk lage kalium waarde opgenomen in het ziekenhuis in Zell am See.

Ruuds grootste nachtmerrie werd waarheid. Zijn aversie tegen artsen, ziekenhuizen en het Gestapo regime omtrent C, hij zat er ineens middenin.

Waar zijn neus tot nu toe steeds ongeschonden was gebleven werd hij nu direct bij aankomst 2 maal gespietst tot bloedens aan toe. Als er maar eentje pos.. van uitvalt word je ala Minute op de gesloten C afdeling opgeborgen. Waar de verpleging en artsen behoudens hun lengte en stem niet van elkaar te onderscheiden zijn. Gehuld in plastic, muilkorven, haarnetjes, beschermbrillen. Bezoek verboden. Iedere dag een test, die minimaal 3 dagen achter elkaar negatief moet zijn om van die afdeling af te komen. Bij hem op de zaal lagen patiënten met een gebroken schouder, en eentje met slagaderlijke bloeding die geen snotje in hun neus of hoest hadden maar wel een positieve uitslag en direct op de C- zaal werden gebracht om eenzelfde lot te ondergaan. De derde ochtend heeft Ruud zoveel stennis gemaakt vanwege de pijnlijke testmanier dat ze hem op de gang konden horen. Wat erin resulteerde dat hij de dagen erna zelf de stok mocht zetten (die overigens iedere dag negatief uitviel).

Inmiddels waren onze vrienden opgehaald door hun zoon, en had onze dochter het vliegtuig naar Innsbruck gepakt om mij te supporten. Een geluk bij een ongeluk was dat onze gasten hun 2 weken hadden geannuleerd wegens een hartprobleem (?) en wij in alle rust konden blijven. Ik kon eindelijk toegeven aan mijn vermoeidheid die door de zorg en angst om Ruud een flinke omvang had bereikt. Er ging van alles door me heen en ik besefte me veel meer dan dat mijn geest op dat moment aankon.

Maar wat had ik het aan de andere kant fijn met mijn dochter tien dagen om me heen. Wat was dit lang geleden. Haar zorg voor mij, haar kordate handelen met administratieve zaken die afgehandeld moesten worden, de rit naar het ziekenhuis om spullen te brengen bij Ruud (buiten het ziekenhuis af te geven, daar stond ze dan te kijken of ze achter een ziekenhuisraam Ruud ergens zag). Het pad sneeuwvrij houden en met sneeuwkettingen de berg af en op rijden. Haar fantastische soepjes maken en naast dit alles ook nog haar werk uitvoeren inclusief calls en zooms wat vanuit Brammetje gewoon doorging. Wat een topper is onze dochter en wat een diepe liefde en respect voel ik voor haar. Onze fijne gesprekken en wederzijdse inzichten over van alles en nog wat voerden hoogtij en gaven de zorgelijke tijd rust en glans.

Na een week aan de infusen en de kalium mochten we Ruud vrijdags weer ophalen. In samenspraak met onze dochter spraken we af dat hij tot woensdag zou aansterken om dan weer naar huis te rijden. Voor haar werk kwam die dag het beste uit om een dag vrij te nemen. En dat lukte. Iedere dag sterkte Ruud weer wat meer aan en zijn trek was (en is nog steeds) niet te stillen. Dus overlaadde ik ons met alleen maar gezonde en aansterkende voeding wat dankbaar werd aangenomen.

Woensdag reden we naar huis. De dageraad gloorde aan de hemel boven een deken van mist in het dal. De auto was de dag ervoor ingepakt, ik had koffie thee en allerlei eten mee en Ruud was achter het stuur gekropen om in ieder geval de bergweg naar beneden te rijden zonder sneeuwkettingen. Daarna zouden Rosalie en ik om de beurt gaan rijden. Ik trok de deur achter me dicht en keek nog eens naar Brammetje. 

Wat kan het leven toch anders lopen als gepland…