Mijn zus

Ze liep al een tijdje met me op, aan de overkant van de straat.

Niet dat ik me er direct bewust van was, ze leek de tijd te nemen om langzaam mijn bewustzijn binnen te treden.

Haar tred was zeker en licht, en straalde energieke gezondheid uit. Haar glanzende blonde haar viel sluik om haar gezicht en danste bij iedere stap. Ze keerde haar gezicht een aantal malen naar me toe in vrolijke afwachting, alsof ze er heimelijk plezier in had dat ik haar niet direct herkende.

En ineens, als in een bliksemflits, werd ik gewaar wie ze was. Met een schok stond ik stil.

Ik stak mijn bevende handen naar haar uit en voor ik het wist waren haar warme armen daar. Een golf van geluk stroomde door me heen.

Om haar niet weg te laten glippen omklemden mijn handen haar onderarmen, en ik duwde haar een stukje van me af.

Weg was haar stok, haar moeizame tred, haar ingevallen gezicht, haar ziekelijke uiterlijk.

Met mijn hand streelde ik haar volle wangen, haar bruine huid. Blijdschap vloog over en weer, in een knetterend ritme. Weer een omhelzing, tot iets haar langzaam uit mijn armen trok. `Nee Mar, niet weggaan, ik wil je nog zoveel vragen...´

Maar ze schudde afwerend haar hoofd, glimlachte alwetend en zei met heldere stem: `Lieve zus, je hebt de antwoorden gezien.´

Met bonzend hart en opengesperde ogen doemden contouren op van de witte balken in mijn slaapkamer. Vroege vogels zetten hoge tonen in bij hun ochtendconcert.

Met liefs van Manon

NAAR AL MIJN BLOG-SCHRIJFSELS